Stacks Image 16
De veldmuis in zijn habitat

Veldmuis

De veldmuis (Microtus arvalis) is in Europa een vrij algemeen voorkomende knaagdiersoort. De wetenschappelijke naam van het geslacht Microtus betekent letterlijk: klein-oor (gelatiniseerd Grieks: mikrōtos = mikr(o)- klein + ōtos, van ous, oor) en de soortnaam arvalis betekent uit het bouwland (Latijn: arvālis). Ze leven graag in gebieden waar grassen en granen te vinden zijn. Hij kan vaak staande op zijn achterpoten worden gezien. De veldmuis is géén "ware muis", zoals de huismuis en de bosmuis, maar behoort tot de woelmuizen, een andere grote onderfamilie uit de orde der Rodentia.

Habitat en gedrag

Van een afstand lijken veldmuizen op "ware muizen", maar bij nadere beschouwing is de staart van een woelmuis veel korter en veel dichter behaard dan de lange kale staart van een "ware muis", zijn de ogen en oren kleiner, is de snuit stomper en is de vacht ruiger.
De korte staart is iets donkerder aan de bovenzijde dan aan de onderzijde. De binnenzijde van de oren is onbehaard. De veldmuis heeft een kortere, lichtere vacht dan de verwante
aardmuis. De veldmuis is lichter van kleur dan de kleinere ondergrondse woelmuis en de grotere Noordse woelmuis. De rosse woelmuis heeft grotere oren dan de veldmuis en een vacht met een karakteristieke rosse kleur. De veldmuis wordt 95 tot 125 millimeter lang en weegt gemiddeld 25-30 gram. De staart is 30 tot 45 millimeter lang. Onder optimale omstandigheden kunnen mannetjes tot 50 gram wegen en (zwangere) vrouwtjes tot 40 gram.


De veldmuis is een
planteneter. Hij eet voornamelijk grassen, kruiden (voornamelijk russen), granen en zaden, mogelijk aangevuld met insecten en slakken. Ze zijn 's nachts en in de schemering actief. Activiteitsperioden worden afgewisseld met rustpauzes, die beide drie uur duren.
Hij woont meestal in een nest, dat op een diepte van ongeveer 50 cm kan liggen in een zelfgegraven gangenstelsel. Het nest is gemaakt van hooi, gras en plantenstengels. Soms ligt het nest ook bovengronds. Vanuit het nest lopen lange gangen met meerdere uitgangen naar de oppervlakte, sommige gangen wel zes meter lang. Ook zijn er één of meerdere kamers in het gangenstelsel te vinden, waarin voedsel wordt opgeslagen. Pas aangelegde gangen van de veldmuis herken je aan de hoopjes verse, losse aarde voor de ingangen.
Veldmuizen leven gewoonlijk alleen in hun hol en hebben ook
territoria die tegen soortgenoten worden verdedigd. 's Winters is er meer overlap in de woongebieden en zijn de dieren minder territoriaal. Wanneer het nodig is, kunnen ze op een klein plekje in kolonieverband leven. Mannetjes en vrouwtjes kunnen in monogaam paarverband samen leven en er 's zomers samen een territorium op na houden. In gevangenschap kunnen ze in groepjes worden gehouden, maar volwassen mannetjes kunnen elkaar niet verdragen. Nesten liggen meestal zo'n drie meter van elkaar af.
Stacks Image 6
Schade door veldmuis

Deze dieren leven graag in open gebieden met grassen en/of granen, zoals graanakkers, wegbermen, dijken, spoorwegtaluds, slootkanten, graslanden en klavervelden. Ze leven het liefst in drogere streken met kort gras. Ze ontbreken in drassige streken en in gebieden met al te hoog gras.

Bron:
Wikipedia